Het jeugdstrafrecht kent andere regels dan het strafrecht voor volwassenen. De kinderrechter kan andere straffen en maatregelen opleggen. Daarnaast heeft het jeugdstrafrecht een heel ander doel dan het volwassenenstrafrecht. Het gaat minder om preventie en vergelding en juist veel meer om het belang van het kind achter de verdachte. De rechter zal veel aandacht besteden aan de vraag waar de jeugdige verdachte mee is geholpen. Om die reden kan de kinderrechter een strafzaak ook combineren met civiele jeugdhulpmaatregelen, zoals een ondertoezichtstelling of een uithuisplaatsing. Een advocaat jeugdstrafrecht moet van al deze bijzonderheden op de hoogte zijn.

Leeftijd voor toepassing van het jeugdstrafrecht

Het jeugdstrafrecht is van toepassing op kinderen tussen de 12 en 18 jaar oud. Een kind dat jonger is dan 12 jaar kan niet strafrechtelijk worden vervolgd.

Indien daar redenen voor zijn kan het jeugdstrafrecht worden toegepast op jongvolwassenen die tijdens het delict nog geen 23 jaar waren. Dit heet het adolescentenstrafrecht. Andersom kan op kinderen die al 16 waren ten tijde van het feit, het volwassenenstrafrecht worden toegepast. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren bij een ernstig strafbaar feit. Of wanneer de jeugdige verdachte al erg volwassen is in zijn gedrag of persoonlijkheid. De rechter mag echter nooit een levenslange gevangenisstraf opleggen bij een jeugdige verdachte.

Het jeugdstrafrecht is neergelegd in de artikelen 77a t/m 77hh Wetboek van Strafrecht.

Mogelijke straffen

De straffen die kunnen worden opgelegd in het jeugdstrafrecht verschillen aanzienlijk van het reguliere strafrecht. De maximale straf is 2 jaar jeugddetentie, ongeacht de eerst van het feit. Daarnaast kan de kinderrechter de zogenaamde PIJ-maatregel opleggen, ook wel Jeugd TBS genoemd.

Een taakstraf of leerstraf kan maximaal 200 uur duren. Daarnaast kan de kinderrechter een zogenaamde gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM) opleggen. Dit is een intensieve vrijheidsbeperkende maatregel die bestaat uit diverse trainingen of behandelingen. Bijvoorbeeld een agressietraining of een training waarin de veroordeelde leert om ‘nee’ te zeggen tegen verkeerde vrienden. Het is mogelijk om de GBM te combineren met nachtdetentie of elektronisch toezicht (een enkelband).

Ook bij het opleggen van een strafbeschikking gelden er andere regels in het jeugdstrafrecht. Zo kan de Officier van Justitie bijvoorbeeld bepalen dat de minderjarige zich moet houden aan de aanwijzingen van een jeugdzorginstelling.

Het is van belang dat een advocaat die zich bezig houdt met jeugdstrafrecht op de hoogte is van alle mogelijkheden die de wet biedt. Als de verdachte bijvoorbeeld 21 jaar is, maar zijn persoonlijke ontwikkeling enigszins achterloopt bij zijn leeftijd, dan kan de jeugdstrafrecht advocaat een verzoek doen om het minderjarigenstrafrecht toe te passen.

De jeugdstrafrecht zitting

Wanneer een minderjarige of jongvolwassene terecht staat voor de strafrechter, dan gelden er andere regels voor de zitting. De zitting zal in principe niet openbaar zijn. Ook is zowel de verdachte jongere verplicht om te verschijnen. Hetzelfde geldt voor de beide ouders.

Op de zitting gaat het niet alleen om wat er gebeurd is. Er zal ook veel aandacht zijn voor de vraag hoe het zover heeft kunnen komen. De kinderrechter zal proberen na te gaan wat de jeugdige nodig heeft om nieuwe strafbare feiten te voorkomen. Men zal daarbij vooral redeneren vanuit het belang van het kind. Want dat is waar het uiteindelijk om gaat in het jeugdstrafrecht.

Hebt u een jeugdstrafrecht advocaat nodig?

Heeft u vragen over dit onderwerp? Mr. Van Breukelen is gespecialiseerd in het jeugd(straf)recht en is lid van de Vereniging Jeugdrecht Advocaten Rotterdam (VJAR).

Wilt u dat uw kind goed wordt bijgestaan door een gespecialiseerde jeugdstrafrecht advocaat? Neem dan vrijblijvend contact op met het kantoor. Wij helpen u graag verder.