voorwaardelijke invrijheidstelling
J. van Breukelen Geen reacties

Op 1 juli 2021 is de Wet straffen en beschermen in werking getreden. Door deze wet zijn het Wetboek van Strafrecht, Wetboek van Strafvordering en de Penitentiaire beginselenwet flink veranderd. Zo is ook de voorwaardelijke invrijheidstelling sterk gewijzigd. In dit artikel leest u een heldere uitleg over de voorwaardelijke invrijheidstelling. Daarnaast vindt u een duidelijk wijzigingsoverzicht van de voorwaardelijke invrijheidstelling.

Inhoudsopgave

Waar staan de regels?

De regels over de huidige voorwaardelijke invrijheidstelling staan in de titel ‘voorwaardelijke invrijheidstelling’ van het Wetboek van Strafvordering. Daarnaast zijn er door de Wet straffen en beschermen regels in het Wetboek van Strafrecht en de Penitentiaire beginselenwet veranderd. Tot slot is er een Aanwijzing voorwaardelijke invrijheidstelling die nadere regels geeft.

Wat is voorwaardelijke invrijheidstelling?

Voorwaardelijke invrijheidstelling, ook wel de VI-regeling genoemd, is een regel die een gevangenisstraf verkort. Een veroordeelde kan na het uitzitten van een deel van zijn straf vervroegd vrijkomen. Daar zijn wel voorwaarden aan verbonden. Denk aan goed gedrag.

De regel is bedoeld om veroordeelden te laten resocialiseren. Onder bepaalde voorwaarden kan een veroordeelde weer meedoen in de maatschappij. Denk aan reclasseringstoezicht of een enkelband. De algemene en bijzondere voorwaarden staan in art. 6:2:11 van het Wetboek van Strafvordering. De VI-regeling heeft tot doel om strafbare feiten te verminderen. Dat zorgt uiteindelijk voor een veiliger gevoel in de samenleving.

Een speciaal team binnen het Openbaar Ministerie: de Centrale Voorziening voorwaardelijke invrijheidstelling (CVv.i.), houdt zich bezig met de VI-regeling in heel Nederland. Zij verzamelen informatie bij de gevangenis, reclassering en officier van justitie die uw zaak heeft behandeld. Met deze informatie wordt gekeken of u in aanmerking komt voor voorwaardelijke invrijheidstelling. Natuurlijk zijn er ook wettelijke regels over de VI.

Wat zijn de voorwaarden voor voorwaardelijke invrijheidstelling?

De voorwaardelijke invrijheidstelling (hierna: VI) geldt alleen bij gevangenisstraffen van meer dan één jaar. Ook moet het gaan om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De voorwaardelijke gevangenisstraf heeft namelijk al een proeftijd met voorwaarden en in principe hetzelfde effect als een VI. Ook moet een gevangenisstraf onherroepelijk zijn geworden. Dat betekent dat er geen rechtsmiddel, zoals hoger beroep, meer tegen openstaat. Deze voorwaarden staan in art. 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

Aanvang voorwaardelijke invrijheidstelling

Wanneer de VI ingaat hangt af van de hoogte van de gevangenisstraf. In art. 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering wordt een onderscheid gemaakt tussen een gevangenisstraf van:

  • meer dan 1 jaar, maar minder dan 2 jaar; en
  • meer dan 2 jaar.

Voorbeeld situatie 1

Stel dat de rechter u veroordeelt tot een gevangenisstraf van 1 jaar en 9 maanden. U komt na 1 jaar en 1/3de van de resterende straf in aanmerking voor VI. Dat betekent in dit voorbeeld dat u na 1 jaar en 3 maanden in aanmerking komt voor VI.

Voorbeeld situatie 2

Stel dat de rechter u veroordeelt tot een gevangenisstraf van 3 jaar. U komt na 2/3de van uw straf in aanmerking voor VI. Dat betekent in dit voorbeeld dat u na 2 jaar in aanmerking komt voor VI. Houdt wel rekening met het maximum van 2 jaar. Zie het voorbeeld hieronder.

Stel dat de rechter u veroordeelt tot een gevangenisstraf van 9 jaar. U komt na 2/3de van uw straf in aanmerking voor VI. Onder de oude regel zou dat betekenen dat u na 6 jaar in aanmerking komt voor VI. In de nieuwe regeling geldt een maximum van 2 jaar. Dat betekent in dit voorbeeld dat u pas na 7 jaar in aanmerking komt voor VI.

De Wet straffen en beschermen

De Wet straffen en beschermen wijzigt niet alleen de voorwaardelijke invrijheidstelling. De hele detentie is veranderd. Daarbij is goed gedrag erg belangrijk, maar ook nadenken over uw toekomst en daaraan werken. Gevangenen krijgen zelf meer verantwoordelijkheid en krijgen hulp waar nodig. Bijvoorbeeld bij het zoeken naar een nieuwe baan of woning. Naast de VI, is onder meer het volgende gewijzigd:

  • verlof is minder vanzelfsprekend. Het algemeen en regimesgebonden verlof vervalt. Alleen als het verlof tot doel heeft om te re-integreren, wordt het toegekend. Denk aan het houden van een sollicitatiegesprek. Dit heet re-integratieverlof. Hierbij wordt gekeken naar veiligheidsrisico’s en slachtofferbelangen.
  • daarnaast verdwijnt de (Zeer) Beperkt Beveiligde Inrichting (BBI en ZBBI). Als gevangenen buiten de muren willen werken kan dat in de nieuwe Beperkt Beveiligde Afdeling (BBA).
  • ook vervalt vanaf 1 december 2021 het Penitentiair Programma (PP) voor gevangenen die langer dan 1 jaar gestraft zijn. Het PP duurt maximaal twee maanden en kent een overgangsperiode van drie jaar.
  • de arbeidsplicht en het arbeidsrecht is vervallen.

Wat zijn de belangrijkste wijzigingen voor voorwaardelijke invrijheidstelling sinds 1 juli 2021?

Zoals eerder benoemd heeft de Wet straffen en beschermen veel veranderd. In onderstaand overzicht is duidelijk opgenomen wat de wijzigingen zijn.

VI = voorwaardelijke invrijheidstelling, OM = Openbaar Ministerie, R-C = rechter-commissaris.
Bron: MvT Wet Straffen en beschermen.

De grootste veranderingen op het gebied van de voorwaardelijke invrijheidstelling gaan over het verlenen van en de duur van de VI. Waar een gevangene eerst automatisch na 2/3de van zijn straf in aanmerking kwam voor de VI, is dat nu niet het geval.

Verlenen voorwaardelijke invrijheidstelling

Het verlenen van de voorwaardelijke invrijheidstelling is geen automatisme meer. Het betekent concreet dat een gevangene niet meer automatisch in aanmerking komt voor de VI. De wetgever heeft er strengere voorwaarden aan verbonden. In art. 6:2:10 lid 3 van het Wetboek van Strafvordering staat dat er gekeken wordt naar:

  • het gedrag van de gevangene en of hij voldoende heeft laten zien dat hij terug kan keren in de maatschappij;
  • of er ‘buiten’ risico’s zijn die genoeg zijn ingeperkt (bijv. foute vrienden); en
  • of de gevangene voldoende heeft gedaan om de schade van het slachtoffer te herstellen en of de belangen van het slachtoffer de VI toelaten.

De wetgever heeft dit aangepast om gevangenen meer verantwoordelijkheid te geven. Door goed gedrag te vertonen wordt verlof of VI verdiend. De nadruk ligt op individuele beoordeling. Ook worden langgestraft niet meer ‘zomaar’ vrijgelaten. Zij moet netto langer zitten dan voorheen.

Duur voorwaardelijke invrijheidstelling

Daarnaast is aan de duur van de VI een maximum verbonden. Bij gevangenisstraffen van meer dan 2 jaar is dat maximum twee jaar. Hiervoor was dat maximum tien jaar. In de eerder beschreven voorbeeldsituaties heeft dat voor langgestraften de meeste invloed. Zij zitten uiteindelijk langer vast.

Vragen?

Heeft u advies nodig over voorwaardelijke invrijheidstelling of is uw vraag door deze informatie niet beantwoord? Neem dan contact op met ons kantoor voor een vrijblijvend gesprek.

Ook interessant:

Dit artikel werd bijgewerkt op 24 november 2021

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *