Op 9 oktober 2020 heeft het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening een uitspraak gedaan over een geweigerde uitkering van een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Volgens de geschillencommissie was de uitkering terecht geweigerd.
Wat was er aan de hand?
De klager in deze zaak had bij de verzekeraar een arbeidsongeschiktheidsverzekering afgesloten. Op enig moment vroeg klager om uitkering van de arbeidsongeschiktheidsverzekering. De reden hiervoor was dat hij sinds 2017 arbeidsongeschikt was wegens psychische klachten.
De gestelde hoofddiagnose was dat er sprake was van een stoornis in het alcoholgebruik. Een bijkomende diagnose was een aanpassingsstoornis met gemengd angstige en sombere stemming.
De verzekeraar wees het verzoek af. Het argument daarvoor was dat psychische klachten niet onder de verzekering vielen. Volgens de verzekeraar vielen psychische klachten alleen onder de dekking voor zover het ging om psychiatrische klachten. Dit was een bijvoorbeeld een angststoornis of een depressieve stoornis. Daarnaast waren de psychische klachten volgens de verzekeraar mede veroorzaakt door het gebruik van verdovende middelen. Op grond van de voorwaarden bestond daarom geen recht op uitkering.
Klager diende hier een klacht over in bij het KiFiD. Hij stelde dat zijn psychische klachten zijn aan te merken als een angststoornis en/of een depressieve stoornis en dus als een psychiatrische aandoening. De psychische klachten waren volgens klager ook niet het gevolg van het gebruik van verdovende middelen. Volgens hem was er sprake van een onterechte weigering van de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Wat vond het KiFiD?
Het KiFiD stelde de verzekeraar in het gelijk. Artikel 20 onder c van de Voorwaarden stelde onder meer als eis dat één van de daar genoemde psychiatrische aandoeningen of een mengvorm daarvan definitief was gediagnosticeerd binnen de DSM-IV-TR. Klager moest aantonen dat hij lijdt aan een van die psychiatrische aandoeningen.
De Commissie was het met de verzekeraar eens dat in de beschikbare medische informatie nergens melding werd gemaakt van een depressieve stoornis of een angststoornis. Een sombere en angstige stemming is niet voldoende. Dat betekent immers niet dat er sprake was van de in artikel 20 onder c van de Voorwaarden genoemde psychische aandoeningen, namelijk een depressieve stoornis of een angststoornis. Deze diagnoses ware bij klager niet gesteld. Volgens het KiFiD had klager daarom niet aangetoond dat was voldaan aan dit vereiste voor het verkrijgen van een uitkering. De klacht werd dan ook ongegrond verklaard.
Lees hier de volledige uitspraak van het KiFiD.
Vragen?
Wordt uw verzekeringsuitkering ook geweigerd? Neem vrijblijvend contact op om te praten over de juridische mogelijkheden hier wat tegen te doen.
Misschien ook interessant:
Dit artikel werd bijgewerkt op 24 oktober 2020