Aanhouding politie
J. van Breukelen 4 reacties

U mag niet zomaar worden aangehouden. Als u wordt aangehouden door de politie heeft u een aantal rechten, maar ook plichten. Wanneer de politie uw rechten schendt kan dat gevolgen hebben. Maar dat geldt ook wanneer u niet meewerkt aan datgene waaraan u volgens de wet moet meewerken. In dit artikel leest u wat uw verschillende rechten en plichten zijn. Daarnaast wordt antwoord gegeven op vragen zoals: wie mag aanhouden, wanneer en waarom?

Inhoudsopgave

Waar staan de regels?

De regels over aanhouding door de politie staan in Titel IV van het Wetboek van Strafvordering. Daarnaast is er een Aanwijzing voor de opsporing. Ook is er een Richtlijn voor strafvordering bij wederspannigheid.

Wat is een aanhouding door de politie?

De regels over aanhouding staan in artikel 53 van het Wetboek van Strafvordering. Aanhouden betekent dat u naar het politiebureau wordt meegenomen om te worden verhoord. Het verhoor gaat dan over het strafbare feit. Een aanhouding of arrestatie is een dwangmiddel. Een dwangmiddel is een middel dat tegen de wil van een verdachte wordt gebruikt. Dat mag omdat de politie onderzoek doet naar een strafbaar feit. Bij een aanhouding is het niet noodzakelijk dat u ‘in de boeien’ wordt geslagen. Dat gebeurt vaak alleen als u niet meewerkt of wanneer de politie er rekening mee houdt dat u zult vluchten. Als u meewerkt is vaak alleen de melding dat u bent aangehouden voldoende om u mee te nemen. Niet alleen aanhouden, maar ook staande houden, fouilleren, observeren e.d. zijn dwangmiddelen.

Staande houden

De regels over staande houden staan in artikel 52 van het Wetboek van Strafvordering. Staande houden wordt vaak door elkaar gehaald met aanhouden. Bij een staande houding, vraagt de politie naar uw identificatie. Dat kan, omdat u bijvoorbeeld een verkeersfuik inrijdt of door rood rijdt. Bij staande houden wordt u niet meegenomen naar het politiebureau. Het is wel mogelijk dat de politie u een waarschuwing of bekeuring geeft.

Wie mag u aanhouden?

De politie is op grond van artikel 52 van het Wetboek van Strafvordering bevoegd om u aan te houden. Dit mogen zij, omdat zij opsporingsambtenaren zijn. Zij hebben volgens artikel 127 van het Wetboek van Strafvordering als taak het opsporen van strafbare feiten.

Daarnaast mag iedere burger, bij ontdekking op heterdaad, overgaan tot aanhouding. De burger moet de verdachte daarna aan de politie overleveren. Dit zie je bijvoorbeeld vaak met winkeldieven. De verdachte wordt vaak betrapt door de beveiliging. Totdat de politie arriveert mag de beveiliging de verdachte ‘vasthouden’. Er mag zelfs geweld of dwang worden gebruikt. Wel moet dit proportioneel zijn. U mag bijvoorbeeld worden opgesloten in een kantoor van een winkelpand totdat de politie ter plaatse is. Wat uiteindelijk proportioneel is, hangt af van alle feiten en omstandigheden.

Een bijzondere regel bij aanhouding op heterdaad is, dat iedereen elke plaats mag betreden om de verdachte aan te houden. Als het gaat om een woning, mag dat overigens alleen als de bewoner toestemming geeft. Dit is geregeld in artikel 55 van het Wetboek van Strafvordering.

Wanneer mag de politie u aanhouden?

Aanhouden is een inbreuk op uw vrijheid. De politie mag u, dus niet zomaar aanhouden. Allereerst moet u verdachte van een strafbaar feit zijn. Daarnaast gelden er verschillende voorwaarden voor een ontdekking op heterdaad of buiten heterdaad. Wat dat betekent, wordt hieronder uitgelegd.

Redelijk vermoeden van schuld

De politie mag alleen aanhouden als u verdachte bent van een strafbaar feit. Er zijn wel uitzonderingen, bijvoorbeeld bij een verdenking van terrorisme. Dan gaat het om zo’n ernstig strafbaar feit dat ook een aanwijzing genoeg is. Er hoeft dan nog geen duidelijk vermoeden te zijn.

U bent volgens artikel 27 van het Wetboek van Strafvordering een verdachte als er een redelijk vermoeden is dat u een schuldig bent aan strafbaar feit. Alleen het feit dat u ‘mogelijk’ een strafbaar feit heeft gepleegd is niet voldoende. Het redelijk vermoeden van schuld moet blijken uit alle feiten en omstandigheden.

Denk bijvoorbeeld aan een melding van een woninginbraak. De politie rijdt naar het adres en ziet iets verder in de straat een zwartgeklede man. Ze lopen naar hem toe en zien dat hij een koevoet onder zijn jas verstopt. Men kan dan aannemen dat er een redelijk vermoeden van schuld is. De man is dan verdachte en de politie mag hem aanhouden.

Andersom kan natuurlijk ook. Het is mogelijk dat de politie bij dezelfde melding een man zijn hond zien uitlaten. Als er verder geen feiten en omstandigheden zijn, is de man niet verdacht. Het is mogelijk dat hij de inbraak heeft gepleegd, maar dat blijkt niet uit feiten en omstandigheden. Er is niet voldaan aan het vereiste redelijk vermoeden van schuld. De man kan niet worden aangehouden.

Heterdaad

De aanhouding op heterdaad is geregeld in artikel 53 van het Wetboek van Strafvordering. In artikel 128 van die wet is het begrip verder uitgewerkt:

Lid 1
Ontdekking op heterdaad heeft plaats, wanneer het strafbare feit ontdekt wordt, terwijl het begaan wordt of terstond nadat het begaan is.

Lid 2
Het geval van ontdekking op heterdaad wordt niet langer aanwezig geacht dan kort na het feit dier ontdekking.

Er is dus sprake van heterdaad als het strafbare feit:

  • is ontdekt;
  • wordt gepleegd; of
  • net is gepleegd.

Het onderscheid tussen heterdaad en buiten heterdaad is belangrijk voor wie mag aanhouden. Bij heterdaad mag een opsporingsambtenaar aanhouden. Burgers mogen alleen op heterdaad verdachten aanhouden en niet buiten heterdaad.

Buiten heterdaad

De aanhouding buiten heterdaad is geregeld in artikel 54 van het Wetboek van Strafvordering. Ook voor het begrip buiten heterdaad kijkt men naar artikel 128 van het Wetboek van Strafvordering. Alles wat niet heterdaad is, is buiten heterdaad.

Zoals net beschreven maakt het onderscheid uit voor wie mag aanhouden. Burgers morgen niet buiten heterdaad aanhouden. Opsporingsambtenaren (politie) mogen alleen buiten heterdaad aanhouden:

  • met een bevel van de:
    • officier van justitie; of
    • hulpofficier van justitie, als de officier van justitie niet aanwezig is.
  • als voor het strafbare feit voorlopige hechtenis is toegestaan.

Voorlopige hechtenis betekent dat u voor een langere tijd vast zit. Dat mag alleen bij bepaalde strafbare feiten (bijv. mishandeling of strafbare feiten waar een gevangenisstraf van meer dan vier jaar op staat. Ook is vereist dat de verdachte mogelijk zal vluchten of een gevaar is voor de maatschappij. Deze vereisten staan in artikel 67 en 67a van het Wetboek van Strafvordering.

Een aanhouding buiten heterdaad is dus alleen mogelijk bij de wat ernstigere strafbare feiten.

Wat zijn uw rechten bij een aanhouding door de politie?

Een aanhouding speelt zich niet alleen af op het moment dat u in de boeien wordt geslagen. Vooraf, maar ook daarna moet de politie zich aan bepaalde regels houden. Er wordt ter verduidelijking een onderscheid gemaakt in de situatie vooraf, tijdens en na aanhouding. De rechten van een verdachte staan voornamelijk in Titel II van het Wetboek van Strafvordering.

Rechten vóór aanhouding

  • u bent niet tot antwoorden verplicht (zwijgrecht); en
  • de politie zegt van welk strafbaar feit u wordt verdacht.

Rechten tijdens aanhouding

  • de politie mag alleen geweld gebruiken als dat nodig is voor hun veiligheid en u niet meewerkt; en
  • als de politie geweld gebruikt moet dit proportioneel zijn.

Rechten na aanhouding

  • u hebt nog steeds het recht om te zwijgen;
  • de (hulp)officier van justitie toetst uw aanhouding op rechtmatigheid;
  • u mag voor het verhoor een advocaat spreken (consultatiebijstand);
  • tijdens het verhoor mag er een advocaat naast u zitten (verhoorbijstand);
  • u heeft recht op een tolk;
  • als u zorg of medicijnen nodig heeft, dan krijgt u die;
  • u mag iemand inlichten over uw aanhouding (bijv. familie);
  • u heeft recht om de stukken uit uw dossiers te lezen; en
  • de politie mag u niet langer vasthouden dan nodig is.

Het zwijgrecht geldt tijdens het hele strafproces. U bent niet verplicht om mee te werken aan uw eigen veroordeling (nemo tenetur-beginsel).

Wat zijn uw plichten bij een aanhouding door de politie?

Plichten vóór aanhouding

  • laten zien van uw identificatiebewijs.

Plichten tijdens aanhouding

  • meewerken aan aanhouding; en
  • meewerken aan fouillering.

Plichten na aanhouding

  • meewerken aan afname van vingerafdrukken, foto, bloed en andere afnames die niet van uw wil afhankelijk zijn;
  • meewerken aan visitatie (fouilleren en onderzoek aan/in lichaam); en
  • netjes gedragen en geen geweld gebruiken tegen personeel.

Welke gevolgen heeft het niet-naleven van uw plichten?

Voor de meeste plicht geldt dat u strafbaar feit pleegt als u deze niet naleeft. Als u uw identificatie niet bij hebt of niet laat zien, overtreedt u de Wet op de identificatieplicht. Verzet u zich tijdens een aanhouding dan pleegt u, volgens artikel 180 van het Wetboek van Strafrecht, wederspannigheid. Dit is een misdrijf. Hoe meer geweld u gebruikt tijdens uw verzet, hoe zwaarder de straf. Zie voor de strafeisen deze richtlijn.

Welke gevolgen heeft een aanhouding door de politie?

Naast dat u een verdachte wordt en wordt opgehouden voor verhoor, zijn er andere gevolgen. Als de officier van justitie beslist te vervolgen kunnen er twee dingen gebeuren.

  1. u krijgt een dagvaarding, maar mag daarna in vrijheid uw strafzaak afwachten; of
  2. u krijgt een dagvaarding, maar met in een huis van bewaring uw strafzaak afwachten (voorarrest).

Ook is het mogelijk dat de officier van justitie beslist de zaak te seponeren. Wat seponeren is en welke soorten er zijn leest u in dit artikel. Let wel op dat misdrijven altijd een strafblad krijgt. Het maakt niet uit of de zaak wordt geseponeerd of dat u wordt vrijgesproken. Bij overtredingen ligt dat iets anders. Lees daarover in dit artikel.

Wat kunt u doen als uw rechten tijdens een aanhouding zijn geschonden?

Tijdens de strafzaak

Als uw rechten zijn geschonden kunt u twee dingen doen. Als er nog een strafzaak komt, zal uw advocaat de schending moeten benoemen. Een schending van uw rechten is namelijk een vormverzuim op basis van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering. Daarbij is wel vereist dat:

  1. herstel niet meer mogelijk is;
  2. u belang heeft bij compensatie van de schending.

Denk aan het voorbeeld dat u bij een verhoor niet wordt gewezen op uw zwijgrecht. U heeft daarna bekend. Het verzuim kan niet meer worden hersteld. Het kwaad is al geschied. Doordat u niet bent gewezen op uw zwijgrecht, is het recht om niet mee te hoeven werken aan uw eigen veroordeling geschonden. De rechter kan vier dingen doen:

  1. aangeven dat een vormverzuim is gepleegd, maar daar geen gevolgen aan binden;
  2. uw straf verlagen;
  3. het bewijs dat door de schending is verkregen uitsluiten; of
  4. het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaren.

Bewijsuitsluiting en niet-ontvankelijkheid komen niet veel voor. Uit de rechtspraak blijkt dat er sprake moet zijn van een zeer ernstig en structureel vormverzuim. Dit is vaak lastig aan te tonen.

Geen strafzaak of na de strafzaak

Als er geen strafzaak is geweest of in de strafzaak geen gevolgen zijn gegeven aan de schending, staat u niet met legen handen. Als eerst heeft de politie een klachtenregeling. U kunt gemakkelijk (online) een klacht indienen. Deze moet wel tegen een specifiek persoon zijn gericht. Daarnaast kunt een schadeclaim indienen als bijvoorbeeld uw spullen zijn vernield tijdens een aanhouding. Als uw zaak is geseponeerd of u bent vrijgesproken kunt u een schadevergoeding krijgen voor de tijd die u onterecht heeft vastgezeten. Tot slot kunt een klacht indienen bij de Nationale ombudsman. Dat kan alleen als u eerst een klacht heeft ingediend bij de politie. Na de afronding van de behandeling van uw klacht bij politie heeft u één jaar de tijd om te klagen bij de National ombudsman.

Afhankelijk van uw zaak kunt u verschillenden dingen ondernemen. Vraag een deskundig advocaat altijd om advies om de beste route uit te stippen.

Vragen?

Heeft u advies nodig over uw aanhouding of is uw vraag door deze informatie niet beantwoord? Neem dan contact op met ons kantoor voor een vrijblijvend gesprek.

Ook interessant:

Dit artikel werd bijgewerkt op 29 augustus 2024

— 4 Comments —

  1. En wat als je zegt dat ze je moeten aresteren,tijdens demo. Omdat ze art 184 sr gebruiken en niet art 11 wom. Het is toch zo dat je in het recht de minste strengste wet moet nemen. Maar overheid kiest voor strafrecht ipv WOM wet.
    Wat ik deed, ik zat op de vloer met bordje voor de politie “Wie ga je vandaag weer invalide slaan” daarbij dreigde ze me te vorderen. Toen ik zei graag want dan ik actie ondernemen tegen een aantal dingen. Hebben ze me mergrnomen Het is ook vorm van protest voort te zetten

    • Het gaat hier om twee verschillende strafbare feiten. Artikel 11 Wet Openbare Manifestaties betreft het houden van een demonstratie zonder dat hier een kennisgeving van is gedaan of terwijl die verboden is. Dat levert een overtreding op. Artikel 184 Wetboek van Strafrecht is het niet voldoen aan een ambtelijk bevel. Indien u dus deelneemt aan een manifestatie die van te voren verboden is, dan maakt u zich al schuldig aan de overtreding van artikel 11 WOB. Indien u vervolgens niet luistert naar een agent die zegt dat u moet weggaan, dan maakt u zich daarnaast schuldig aan het misdrijf van artikel 184 Sr. De kern is dat het niet gaat om twee dezelfde gedragingen die door twee verschillende artikelen worden beschreven. Het gaat hier om twee verschillende gedragingen.

  2. Is er gezoon een simpel ja of nee antwoord op de volgende vraag : Kan de politie je staande houden en fouieren zonder dat je daar aanleiding toe geeft, in een gebied dat niet is aangemerkt als “preventief fouileringsgebied”?

    • Ja, dat kan. Maar alleen indien u zich niet kunt legitimeren. Artikel 55b Wetboek van Strafvordering geeft de mogelijkheid tot fouillering om uw identiteit te kunnen vaststellen. Voor een fouillering met een ander doel dient u te zijn aangehouden en moet er een ernstige verdenking tegen u bestaan (artikel 56 Wetboek van Strafvordering).

      Dus als de politie aan u vraagt: kunt u zich legitimeren? En u toont een geldig legitimatiebewijs, dan mag men niet overgaan tot fouillering. Tenzij het dus gaat om preventief fouilleren.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *