Wet Seksuele Misdrijven
J. van Breukelen Geen reacties

Met ingang van 1 juli 2024 is de wetgeving over zedendelicten veranderd. De zogenaamde Wet Seksuele Misdrijven heeft een aantal belangrijke veranderingen doorgevoerd. De belangrijkste verandering is dat voor verkrachting niet langer hoeft te worden bewezen dat er sprake was van dwang. Maar er zijn meer veranderingen.

Waar staan de regels?

De Wet Seksuele Misdrijven heeft eigenlijk vrijwel alle artikelen die gaan over zedendelicten of seksuele misdrijven samengevat in een nieuw hoofdstuk van het Wetboek van Strafrecht. Dit betreft titel XIV, waarin de artikelen 239 tot en met 254d staan genoemd.

Sommige artikelen die voorheen bij de zedenmisdrijven stonden, zijn verhuisd naar het hoofdstuk dat gaat over misdrijven tegen de openbare orde. Het gaat dan om de misdrijven ongewenste confrontatie met pornografie (artikel 151d), het aanbieden van schadelijke visuele misdrijven aan personen jonger dan 16 jaar (artikel 151e) en het toedienen van bedwelmende drank (artikel 151f). Artikel 151d wordt ook wel het ‘Dickpic’ artikel genoemd.

Achtergrond voor de wijzigingen

Zoals uit de Memorie van Toelichting blijkt, waren er voor de wetgever een aantal redenen voor de nieuwe Wet Seksuele Misdrijven. De nieuwe wetgeving is een reactie op maatschappelijke, technologische en juridische ontwikkelingen en een gewijzigde maatschappelijke opvatting over seksuele delicten. De bestaande wetgeving was volgens de wetgever verouderd en sloot niet meer aan bij de huidige normen en waarden. 

Daarnaast beoogt de Wet Seksuele Misdrijven de strafrechtelijke bescherming tegen verschillende vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag te verruimen. Dit omvat onder andere aanranding, verkrachting, online seksueel misbruik en seksuele intimidatie. Tevens worden de strafmaxima voor bepaalde gedragingen, zoals seksuele misdrijven gepleegd tegen kinderen, verhoogd. 

Deze aanpassingen reflecteren volgens de wetgever de veranderende maatschappelijke opvattingen over seksueel grensoverschrijdend gedrag en streven naar een betere bescherming van slachtoffers.

Nieuwe strafbepalingen

De Wet Seksuele Misdrijven kent 5 nieuwe misdrijven, die voorheen nog niet bestonden. Het gaat om schuldaanranding (artikel 240), opzetaanranding (artikel 241), schuldverkrachting (artikel 242), opzetverkrachting (artikel 243) en tot slot sexchatting met een minderjarige (artikel 251 lid 1 sub a).

Schuldaanranding en opzetaanranding (artikel 240 en 241)

De nieuwe misdrijven schuld- en opzetaanranding vervangen het misdrijf ‘aanranding’ zoals dat voorheen gold.

Schuldaanranding is het verrichten van seksuele handelingen met een persoon terwijl de dader ernstige reden heeft om te vermoeden dat bij die persoon daartoe de wil ontbreekt. Met andere woorden: zodra je eigenlijk zou moeten weten dat iemand niet wil, toch doorgaan met seksuele handelingen. Hier kan iemand maximaal 2 jaar gevangenisstraf voor krijgen.

Opzetaanranding is aan de orde wanneer de dader wéét dat iemand niet wil dat er seksuele handelingen worden verricht bij hem of haar. Hiervoor kan iemand maximaal 6 jaar gevangenisstraf krijgen. Wanneer de dader hierbij ook nog geweld, dwang of bedreiging gebruikt, is dit zelfs 8 jaar gevangenisstraf.

Schuldverkrachting en opzetverkrachting (artikel 242 en 243)

De nieuwe misdrijven schuld- en opzetverkrachting vervangen het misdrijf ‘verkrachting’ zoals dat voorheen gold.

Schuldverkrachting is het verrichten van seksuele handelingen bij een persoon die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de dader ernstige reden heeft om te vermoeden dat bij die persoon daartoe de wil ontbreekt. Met andere woorden: zodra je eigenlijk zou moeten weten dat iemand niet wil, toch doorgaan met seksuele handelingen die mede bestaan uit het binnendringen van het lichaam. Hier kan iemand maximaal 4 jaar gevangenisstraf voor krijgen.

Opzetverkrachting is aan de orde wanneer de dader wéét dat iemand niet wil dat er seksuele handelingen worden verricht bij hem of haar en die handelingen (mede) bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam. Hier kan iemand maximaal 9 jaar gevangenisstraf voor krijgen. Wanneer de dader ook geweld, dwang of bedreiging gebruikt, is dit zelfs 12 jaar.

Sexchatting met een minderjarige

Het laatste strafbare feit dat nieuw is toegevoegd is het zogenaamde ‘sexchatting’. Dit is neergelegd in artikel 251 lid 1 sub a Sr. Hiermee wordt bedoeld het indringend mondeling of schriftelijk seksueel benaderen van een kind jonger dan 16 jaar oud. Het gaat dus om het offline of online benaderen van kinderen voor seksuele doeleinden. Hiervoor kan een gevangenisstraf worden opgelegd van maximaal 2 jaar. Is het kind 16 of 17 jaar? Dan is de straf maximaal 1,5 jaar (artikel 251 lid 2 Sr).

Geen dwang meer nodig bij verkrachting en aanranding

De verandering in de Wet Seksuele Misdrijven die het meest in het nieuws is geweest betreft het feit dat het onderdeel ‘dwang’ niet meer hoeft te worden bewezen. Dit geldt voor zover voor verkrachting (artikelen 242 en 243 Sr) en voor aanranding (artikelen 240 en 241 Sr).

De reden hiervan is – zoals hiervoor al aangegeven – dat wetgever meent dat de opvattingen in de maatschappij verandert zijn. Voorheen was het pas strafbaar als er sprake was van het ‘doorbreken’ van de wil door dwang. In de nieuwe strafbepalingen staat het ontbreken van de wil van het slachtoffer centraal. Dus reeds bij het ontbreken van de wil van het slachtoffer, is er sprake van strafbaarheid. Als er daarnaast ook nog dwang wordt toegepast, kan dat leiden tot een hogere straf. Dwang is echter niet langer meer een voorwaarde voor strafbaarheid.

Dat geldt dus ook voor verkrachting: wanneer u seksueel binnendringt bij een ander, terwijl u weet of zou moeten weten dat die ander niet wil, dan is er sprake van verkrachting. U hoeft die ander dus niet langer te dwingen om bepaalde seksuele handelingen te ondergaan.

Moet ik voortaan vragen of iemand seks wil?

Dit wordt niet expliciet bepaald in de Wet Seksuele Misdrijven. Het hoeft ook niet, zolang maar overduidelijk is dat iemand ook graag seks wil. Is dit niet heel duidelijk of zijn er duidelijk waarneembare indicaties aanwezig dat iemand misschien niet wil? Dan mag je niet langer doorgaan, zonder expliciet na te gaan of er sprake is van wederzijds goedvinden.

Als iemand – ondanks die aanwijzingen – toch doorgaat, dan kan iemand strafrechtelijk worden vervolgd voor schuldaanranding of schuldverkrachting. Gaat iemand door, terwijl men wéét dat de ander niet wil (bijvoorbeeld omdat er ‘nee’ wordt gezegd of omdat de ander tegenstribbelt), dan is er sprake van opzetaanranding of opzetverkrachting.

Kleinere wijzigingen in de Wet Seksuele Misdrijven

De invoering van de Wet Seksuele Misdrijven bracht ook een aantal kleinere wijzigingen mee in de strafwetgeving:

  • Een proeftijd van 10 jaar is nu ook mogelijk bij kinderporno (artikel 14b jo. 252 Sr)
  • Het taakstrafverbod voor kinderpornografische afbeeldingen is vervallen in het jeugdstrafrecht (artikel 77ma Sr)
  • Een gedragsbeïnvloedende maatregel kan voortaan ook worden opgelegd bij een veroordeling voor het seksueel benaderen van kinderen, kinderporno en het bijwonen van een kinderpornografische voorstelling (artikel 38z jo. 251 t/m 253 Sr)
  • De aanvang van de verjaringstermijn voor het seksueel benaderen van kinderen gaat pas in op het moment dat het slachtoffer meerderjarig wordt (artikel 71 jo. 251 Sr)
  • Een groot aantal seksuele delicten verjaren niet langer (artikel 70). Dit geldt voor onder meer verkrachting en opzetaanranding van een minderjarige. Maar ook voor de misdrijven kinderporno en het bijwonen van een kinderpornografische voorstelling.

Vragen?

Hebt u naar aanleiding van dit artikel over de wet seksuele misdrijven een vraag? Of wordt u verdacht van een seksueel misdrijf? Neem dan vrijblijvend contact op met het kantoor.

Misschien ook interessant:

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *