Heeft u een dagvaarding gekregen om voor de politierechter te komen? Lees hier alles over wat u te wachten staat.
Wat is de politierechter nou precies?
Om te beginnen: de politierechter heeft niets met de politie te maken. De politierechter is dus geen politieagent die recht spreekt. De term politierechter betekent dat slechts één rechter oordeelt over uw zaak. Dit in tegenstelling tot een meervoudige kamer. Bij een meervoudige kamer (MK) zijn er drie rechter die naar uw zaak kijken. De meervoudige kamer mag een hogere gevangenisstraf opleggen dan de politierechter. De politierechter is bedoeld voor eenvoudige zaken.
Wat is het verschil tussen een politierechter en een kantonrechter?
Een politierechter oordeelt over misdrijven. Een kantonrechter mag uitsluitend oordelen over overtredingen. Het Wetboek van Strafrecht bepaalt wat een misdrijf is en wat een overtreding is. Een (winkel)diefstal is bijvoorbeeld een misdrijf en openbare dronkenschap is een overtreding.
Indien u uitsluitend wordt verdacht van een overtreding, dan zult u worden gedagvaard voor de kantonrechter. Wanneer het gaat om een misdrijf of een combinatie van een misdrijf en een overtreding, dan zult u worden gedagvaard voor de politierechter.
Wat is de maximale straf die een politierechter mag opleggen?
De politierechter mag maximaal 1 jaar gevangenisstraf opleggen. Ten aanzien van andere straffen is hij niet beperkt. Hij mag dus de maximale werkstraf van 240 opleggen en de maximale geldboete van de zesde categorie (in 2023 is dat € 900.000,00).
Indien de Officier van Justitie wil dat u meer dan 1 jaar gevangenisstraf krijgt, dan zal hij u dus dagvaarden voor de meervoudige kamer en niet voor de politierechter.
Er kunnen overigens ook andere redenen zijn om uw zaak voor de meervoudige kamer te brengen. Bijvoorbeeld omdat de zaak (juridisch) ingewikkeld is of omdat het gaat om een heel groot dossier.
Wat mag de politierechter niet opleggen?
De politierechter mag een aantal straffen of maatregelen niet opleggen:
- Gevangenisstraffen langer dan 1 jaar; en
- ISD (de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders)
Dit staat in artikel 369 Wetboek van Strafvordering. De maatregel van terbeschikkingstelling (TBS) is niet wettelijk uitgesloten. Echter, wanneer TBS wordt overwogen is er geen sprake meer van een eenvoudige zaak. De politierechter zal de zaak dan moeten verwijzen naar de meervoudige kamer.
Ik moet voorkomen bij de politierechter. Hoe gaat dit precies?
Het uitroepen van de zaak en de binnenkomst
De zaak begint wanneer de bode de zaak uitroept. De bode roept dan bijvoorbeeld luid ‘De zaak Pietersen!’ waarna hij de deur van de zittingszaal opent. U mag dan samen met uw advocaat en eventuele vrienden of familieleden naar binnen lopen.
U gaat vervolgens zitten achter de tafel die recht voor de rechter staat, in het midden van de zaal. De rechter zegt meestal ‘goedemorgen, goedemiddag, u mag daar gaan zitten’. Meestal wijst dit zichzelf en levert dit geen problemen op.
Uw advocaat zit (afhankelijk van de zaal) of rechts naast u, of schuin achter u. Belangstellenden zoals familie en vrienden, mogen achterin de zaal plaatsnemen. In grotere zalen is er soms een speciale tribune voor belangstellenden. De bode zal aangeven waar het publiek mag gaan zitten.
Waar zit de rechter, de griffier, de Officier van Justitie en het slachtoffer?
De persoon recht voor u is de politierechter. Aan de rechterkant (vanuit u gezien) van de rechter zit de griffier. De griffier schrijft alles op en controleert of de rechter niets vergeet te doen of te vragen. U hebt nooit rechtstreeks contact met de griffier.
Links in de zaal, aan een aparte tafel, zit de Officier van Justitie. De Officier van Justitie vertegenwoordigt het Openbaar Ministerie. Zij is de persoon die u voor de rechter heeft gedaagd.
Zowel de politierechter als de Officier van Justitie kunnen natuurlijk een man of een vrouw zijn. Voor de leesbaarheid van dit artikel zal ik verder voor de rechter ‘hij’ gebruiken en voor de Officier van Justitie ‘zij’.
Indien het slachtoffer en zijn of haar advocaat aanwezig is, dan zal deze meestal aan de linkerkant van de zaal zitten. Soms blijft een slachtoffer ook op de publieke tribune zitten.
Het controleren van uw gegevens
Na binnenkomst zal de rechter eerst controleren of u de verdachte bent. Dat doet hij door uw naam, geboortedatum en adres aan u te vragen. Daarna moet de rechter volgens de wet twee dingen tegen u zeggen: 1) dat u op vragen geen antwoord hoeft te geven en 2) dat u goed moet opletten. Vervolgens wordt het woord gegeven aan de Officier van Justitie.
De voordracht van de zaak door de Officier van Justitie
De Officier van Justitie gaat vervolgens staan en vertelt wat de verdenking is. Zij zegt dus bijvoorbeeld: ‘ik verdenk meneer ervan dat hij op 1 november 2023 bij de Albert Heijn in Blaricum een fles wijn en een stuk Franse kaas heeft gestolen’.
Als er daarnaast bijzonderheden aan de orde zijn, zoals een verzoek tot schadevergoeding door het slachtoffer, dan zal de Officier van Justitie dit vermelden. Daarna zal de Officier van Justitie weer gaan zitten.
De behandeling van de feiten
De rechter zal vervolgens aan u vragen wat er volgens u is gebeurd. De rechter zal daarnaast met u doornemen wat er allemaal in het dossier staat. Uiteraard zal hij dit (kort) samenvatten. Het is niet zo dat de rechter alle stukken gaat voorlezen, daar is ook helemaal geen tijd voor.
Voor u is dit bijna altijd het belangrijkste gedeelte van de zitting. Tijdens dit deel kunt u aangeven hoe u tegen de feiten aankijkt. Indien u bijvoorbeeld iemand hebt geslagen uit zelfverdediging, dan kunt u de rechter uitleggen wat er precies gebeurde en waarom u dit hebt gedaan. De rechter zal hier dan vervolgens op doorvragen, net zolang totdat de rechter goed begrijpt wat precies de situatie was.
Maar ook als u iets gedaan hebt wat u gewoon bekent, bijvoorbeeld een winkeldiefstal, dan kunt u uitleggen wat de omstandigheden waren die u daartoe hebben gebracht. Het is belangrijk dat de rechter goed begrijpt wat de achtergrond is van hetgeen u gedaan zou hebben.
Meestal gaat de rechter na het bespreken van hetgeen er gebeurd is over tot het bespreken van uw persoonlijke omstandigheden. Soms moeten er echter nog andere dingen gebeuren, zoals het horen van eventuele getuigen of het behandelen van een verzoek tot schadevergoeding.
Uitstapje 1: Het horen van getuigen
Indien er door de Officier van Justitie (vaak op verzoek van uw advocaat) getuigen zijn verschenen, dan zal de rechter deze getuigen meestal ná uw eigen verhoor gaan verhoren. Soms zal de politierechter de getuigen verhoren vóór uw eigen verhoor. Een getuige wordt altijd beëdigd. Dat betekent dat hij of zij de eed of de belofte moet afleggen. Vanaf dat moment is de getuige verplicht om de waarheid te vertellen. Indien de getuige aantoonbaar liegt, dan pleegt de getuige meineed. Hier wordt doorgaans 3 maanden gevangenisstraf voor opgelegd.
Uw advocaat en u mogen meetal als eerste vragen stellen aan de getuige. Daarna zullen ook de rechter en de Officier van Justitie vragen stellen aan de getuige.
Nadat de getuige is verhoord mag hij of zij de zaal verlaten. Ook mag de getuige plaats nemen op de publieke tribune om het de rest van de zaak te volgen.
Uitstapje 2: Het slachtoffer en de vordering tot schadevergoeding
In strafzaken is er soms een slachtoffer, ook wel benadeelde partij genoemd. Bij ernstige verdenkingen heeft het slachtoffer een spreekrecht, maar dat speelt meestal niet bij de politierechter.
Wat het slachtoffer wél altijd mag, is het verzoeken om een schadevergoeding. Dit verzoek wordt meestal van te voren gedaan door het invullen van een speciaal formulier. Bij het invullen van het formulier krijgt het slachtoffer vaak hulp van Slachtofferhulp Nederland of van een eigen advocaat.
Op de zitting mag het slachtoffer of zijn advocaat het verzoek om schadevergoeding toelichten. Uw eigen advocaat mag hier vervolgens in zijn pleidooi op reageren.
De behandeling van uw persoonlijke omstandigheden
Nadat de feiten zijn besproken, eventuele getuigen zijn gehoord en/of de vordering tot schadevergoeding is behandeld, zal de politierechter verdergaan met het bespreken van uw persoonlijke omstandigheden.
Dit betekent dat de rechter probeert om in korte tijd zoveel mogelijk over u te weten te komen. De rechter begint vaak met het bespreken van uw strafblad. Indien u dat niet hebt, zegt de rechter vaak: ‘ik heb gezien dat u nog nooit met de politie in aanraking bent geweest’ of woorden van gelijke strekking.
Daarna zal de politierechter meestal vragen naar uw werk of bron van inkomsten, uw gezinssamenstelling, uw dagbesteding, uw gezondheidssituatie en eventuele verslavingen. Indien er een rapportage over u is uitgebracht door bijvoorbeeld de reclassering of een psycholoog, dan zal de rechter deze meestal uitgebreid met u doornemen.
Vragen door de Officier van Justitie en uw advocaat
Zowel de Officier van Justitie als uw advocaat krijgen van de politierechter de gelegenheid om u vragen te stellen over de feiten en over uw persoonlijke omstandigheden.
De vragen van de Officier van Justitie kunnen onschuldig zijn, maar soms zijn deze ook bedoeld om u antwoorden te ontlokken die de Officier van Justitie kan gebruiken voor het bewijs tegen u. Het is belangrijk om van te voren met uw advocaat door te nemen welke vragen u eventueel kunt verwachten van de Officier van Justitie. Een goede advocaat wijst u er van te voren op waar eventuele pijnpunten zitten in de zaak tegen u. Het is belangrijk om daar bij de beantwoording van de vragen rekening mee te houden, zodat u zichzelf niet in de vingers snijdt. Ook kunt u ervoor kiezen om de vragen van de Officier van Justitie niet te beantwoorden.
Ook uw eigen advocaat mag u vragen stellen. Een advocaat kan dit bijvoorbeeld doen als hij of zij vindt dat u iets nog niet hebt verteld wat wel van belang is voor uw verdediging.
Het requisitoir (strafeis) van de Officier van Justitie
Vervolgens is de Officier van Justitie aan de beurt voor het zogenaamde ‘requisitoir’. Dit betekent dat de Officier van Justitie zal vertellen of er naar haar mening voldoende bewijs tegen u is.
Soms is dit niet zo. De Officier van Justitie zal dan vragen om u vrij te spreken.
In de meeste gevallen zal de Officier van Justitie echter van mening zijn dat er voldoende bewijs is. De bewijsmiddelen zullen in het requisitoir worden opgesomd.
Vervolgens volgt er meestal een betoog over waarom het zo erg is wat u volgens de Officier van Justitie hebt gedaan. Indien u bijvoorbeeld terecht staat voor een winkeldiefstal, dan zal men beginnen over hoe vervelend dit is voor winkeliers. Indien u verdacht wordt van een mishandeling, dan zal de Officier van Justitie aanhalen wat de gevolgen zijn voor het slachtoffer.
Tot slot volgt de strafeis. De Officier van Justitie zal de politierechter vragen om u een bepaalde straf op te leggen. Bij veel voorkomende criminaliteit is dit soms gebaseerd op richtlijnen die het openbaar ministerie hanteert. Bij minder vaak voorkomende feiten is het altijd maatwerk.
Let op: de strafeis is nog niet de uitspraak. De politierechter mag altijd afwijken van de strafeis. Wanneer de Officier van Justitie bijvoorbeeld een taakstraf eist, kan de politierechter nog altijd een gevangenisstraf opleggen. Ook wanneer de Officier van Justitie vraagt om een vrijspraak, dan hoeft de politierechter het daar niet mee eens te zijn. Hij kan u dan tóch veroordelen.
Het pleidooi van uw advocaat
Na de strafeis, is het woord aan uw advocaat. Dit heet het ‘pleidooi’. Indien uw advocaat meent dat er onvoldoende bewijs is tegen u, dan zal hij vragen om u vrij te spreken. Indien uw advocaat meent dat u geen straf verdiend, dan zal hij vragen om ontslag van alle rechtsvervolging of simpelweg vragen om u geen straf op te leggen (een rechterlijk pardon). Uiteraard zal de advocaat dit uitgebreid motiveren op grond van het dossier of hetgeen eventuele getuigen hebben verklaard.
In ieder geval zal uw advocaat de rechter verzoeken om u een lagere straf op te leggen dan door de Officier van Justitie is geëist. In sommige gevallen zijn de Officier van Justitie en de advocaat het met eens over de op te leggen straf. Uiteraard zal uw advocaat zoiets alleen zeggen als dit van te voren met u besproken is.
De Officier van Justitie mag reageren op het pleidooi van uw advocaat. Uw advocaat mag vervolgens weer reageren op de Officier van Justitie. In juridisch jargon heet dit ook wel ‘repliek’ en ‘dupliek’.
Het laatste woord
Nadat de Officier van Justitie en de advocaat hun standpunten hebben uitgewisseld bent uzelf weer aan de beurt. Dit heet het ‘laatste woord’. Het betekent simpelweg dat u nog wat mag zeggen voordat de rechter uitspraak zal doen.
In de praktijk merk ik dat cliënten hier vaak een verkeerd beeld over hebben. Ze denken vaak dat het laatste woord heel belangrijk of zelfs doorslaggevend is voor de uitspraak van de rechter. Dit is echter niet altijd zo.
Om te beginnen hoeft u er helemaal geen gebruik van te maken. Indien u niets meer hebt toe te voegen aan hetgeen u zelf of uw advocaat al heeft gezegd, dan kunt u gewoon zeggen: ‘ik heb alles al gezegd’ of ‘ik ben het eens met mijn advocaat’. De rechter zal dit meestal erg waarderen, omdat de volgende zaak al weer staat te wachten.
Indien u het feit bekent, dan kan het echter nooit kwaad om nog een keer te zeggen dat u er spijt van hebt. Laat dan ook echt merken dat u begrijpt waarom het niet mag wat u gedaan hebt en wat de gevolgen zijn geweest voor een eventueel slachtoffer.
Bespreek van te voren met uw advocaat wat verstandig is om te doen. Het hangt erg af van de omstandigheden van het geval of u gebruik moet maken van het laatste woord en wat u dan moet zeggen.
De uitspraak
Tot slot is het woord aan de politierechter. Deze zal nu uitspraak gaan doen. Het is belangrijk om vanaf dat moment te luisteren en de rechter niet te onderbreken.
De rechter zal eerst beoordelen of er voldoende bewijs is tegen u. Zo nee, dan zult u worden vrijgesproken. Zo ja, dan zal de rechter kijken of u ook strafbaar bent. Is dat niet zo? Dan zult u worden ontslagen van rechtsvervolging. Dat is bijvoorbeeld zo wanneer u de politierechter meent dat er sprake is van een zelfverdedigingssituatie (noodweer).
Indien de politierechter oordeelt dat er voldoende bewijs is en dat u strafbaar bent, dan zal de rechter vervolgens de straf tegen u uitspreken. De rechter zal deze straf ook mondeling motiveren.
Het is van belang om de uitspraak gewoon aan te horen en om beleefd te blijven. Ook al bent u het niet eens met de uitspraak of de motivering ervan.
Na de uitspraak
Mogelijk bent u het niet eens met de uitspraak van de politierechter. Ook de Officier van Justitie hoeft het niet met de uitspraak eens te zijn. U beide hebt 14 dagen de tijd voor hoger beroep. De rechter moet u hier ook op wijzen.
Ga absoluut niet in discussie met de rechter over de uitspraak! Ook heeft het vanzelfsprekend geen zin om de rechter te beledigen, te bedreigen of om een kan water over zijn hoofd te gooien (jawel, dit heb ik meegemaakt). De Officier van Justitie zal u in dat soort gevallen vrijwel direct laten arresteren.
Na de uitspraak staat u dus netjes op, u schuift uw stoel aan en zegt ‘goedemorgen’, ‘goedemiddag’ of ‘dag’. Niet ’tot ziens’, want de politierechter hoopt u natuurlijk niet terug te zien. Vervolgens kunt u op de gang tegen uw advocaat vertellen wat u er allemaal van vindt. Uw advocaat zal u dan ook adviseren over een eventueel hoger beroep.
Veelgestelde vragen over de zitting bij de politierechter (FAQ):
Wat zijn mijn rechten als ik moet voorkomen bij de politierechter?
Het allerbelangrijkste recht is uw recht om te zwijgen. U hoeft dus geen antwoord te geven op vragen. U hoeft op geen enkele wijze mee te werken met uw eigen veroordeling. Ook bent u niet verplicht om te verschijnen. U kunt zich dus laten vertegenwoordigen door een advocaat, maar ook dat is niet verplicht.
Dat wil overigens niet zeggen dat het ook altijd verstandig is om niets te zeggen. In sommige gevallen kan daar een goede reden voor zijn, maar in de meeste gevallen is het verstandiger om wel een verklaring af te leggen. Een advocaat kan u hier van te voren over adviseren.
Daarnaast hebt u het recht om getuigen op te roepen, om u te laten bijstaan door een advocaat en om hoger beroep in te stellen tegen de uitspraak. Hierover later meer in dit artikel.
Moet ik blijven staan?
Nee, tenzij de rechter zegt dat u moet blijven staan kunt u direct gaan zitten zodra u binnenkomt. Wél is het respectvol om te gaan staan als de politierechter (om wat voor reden dan ook) opstaat. Dit is echter niet verplicht en u zult waarschijnlijk ook geen zwaardere straf krijgen wanneer u blijft zitten.
Moet ik de eed of de belofte afleggen?
Nee, de verdachte wordt nooit beëdigd. Eventuele getuigen worden wél beëdigd en moeten de waarheid spreken. Als verdachte hoeft u dat niet. U kunt er dus voor kiezen om te liegen. Of dat verstandig is, is een andere vraag. Daarover kan een advocaat u verder adviseren.
Hoe spreek ik de politierechter aan?
Het is voldoende om de rechter aan te spreken met ‘meneer / mevrouw (de rechter)’. Daarnaast is het belangrijk om ‘u’ te zeggen en om de rechter niet te onderbreken wanneer hij of zij aan het woord is. Het is niet nodig om de aanspreektitel ‘edelachtbare’ of ‘weledelgestrenge’ te gebruiken.
Wanneer slaat de rechter met zijn hamer?
De rechter slaat niet met zijn hamer. Hoewel er in een rechtszaal wel altijd een hamer ligt, heb ik in mijn bijna 20 jarige carrière als strafrechtadvocaat nog niet meegemaakt dat de rechter hiermee sloeg.
Moet ik nette kleding aan bij de politierechter?
Soms krijg ik de vraag van een cliënt of hij een pak moet aantrekken. Mijn antwoord is dan altijd om dat alleen te doen wanneer iemand zichzelf prettig voelt in een pak. Het is in mijn optiek helemaal niet nodig om een pak of een mantelpakje aan te trekken. Rechters hebben bovendien vaak een goede mensenkennis en zij zien vrijwel direct dat u normaal ook niet in een pak rondloopt.
Het is belangrijker dat u ontspannen bent en iets aantrekt waar u zichzelf fijn in voelt. Gewone nette kleding is voldoende. Wel raad ik u sterk aan om eventuele petjes of andere hoofddeksels af te doen.
Besef trouwens dat een rechter onder zijn toga ook niet altijd een pak draagt. Sommige rechters dragen gewoon een spijkerbroek, sportschoenen en een oude trui.
Waar moet ik op letten qua houding en gedrag?
Het is raadzaam om rechtop te zitten en geïnteresseerd te zijn in de behandeling van uw eigen zaak. Ga dus niet achterover hangen in uw stoel. Kijk de rechter en de officier van justitie aan wanneer zij tegen u spreken of wanneer u tegen hen spreekt.
Verder is het normaal om zenuwachtig te zijn, zeker wanneer u nog nooit eerder bij de politierechter bent geweest. U hoeft dit dus niet te verbergen en de politierechter zal hier doorgaans begrip voor hebben.
Ook kunnen er natuurlijk emoties komen kijken bij de behandeling van uw zaak. Soms is dit verdriet of onmacht, maar soms is dit ook boosheid of een gevoel van onrecht. Het is doorgaans helemaal niet erg als er tranen vallen. De rechter kan dan zien dat de zaak u niet onbewogen laat. Ook boosheid is niet erg, maar het is wel belangrijk dat u uw boosheid niet richt op de politierechter, de Officier van Justitie of andere aanwezigen. Indien u gaat schelden, schreeuwen of met uw vuisten op tafel gaat slaan, dan zal de rechter ingrijpen. In het slechtste geval kan de politierechter u uit de zaal verwijderen.
Dit zijn algemene uitgangspunten. Wat er in een concreet geval wél of niet passend is qua houding en gedrag hangt af van de omstandigheden van het geval. Het is daarom raadzaam om van te voren goed met uw advocaat door te nemen hoe u zich het beste kunt opstellen?
Mag ik getuigen meenemen?
Ja, dat mag. Dat wil echter niet zeggen dat de rechter de getuigen ook zal gaan horen. Het moet volgens de rechter absoluut noodzakelijk zijn om de getuige(n) te horen. Bovendien moet er ook tijd zijn om de getuige(n) te horen.
Indien de getuigen van groot belang zijn voor uw verdediging, dan is het raadzaam om de getuigen minimaal 10 dagen vóór de zitting op te geven bij de Officier van Justitie. Er geldt dan namelijk een ander criterium. Het is voor dat soort gevallen raadzaam om een advocaat in te schakelen.
Wie mogen er allemaal bij zijn?
De behandeling van de zaak bij de politierechter is in principe openbaar. Dit betekent dat iedereen die geïnteresseerd is in de zaal mag komen zitten. Soms zijn dat bijvoorbeeld scholieren of studenten, soms is dat het slachtoffer of familie van het slachtoffer, soms is dat de pers en soms zijn dat mensen die gewoon een keer willen kijken hoe de procedure bij de politierechter werkt. Ook komt het voor dat er rechters, officieren van justitie of advocaten in opleiding in de zaal zitten. Daarnaast kan de parketpolitie in de zaal zitten wanneer daar een aanleiding voor is.
Mijn ervaring is dat er in 80% van de gevallen niemand in de zaal zit, behalve uzelf, uw advocaat, de politierechter, de officier van justitie en de griffier.
Is het slachtoffer of degene die aangifte heeft gedaan ook aanwezig?
Dat kan, maar dat hoeft zeker niet. In de meeste gevallen is degene die aangifte heeft gedaan niet aanwezig.
Hoe lang duurt de de behandeling van de zaak bij de politierechter?
Voor de meeste zaken bij de politierechter is tussen de 20 en 40 minuten gereserveerd. Uiteraard hangt de totale duur af van de ernst van de verdenking, de omvang van het dossier, uw proceshouding en het tempo van de politierechter.
Een voorbeeld: indien u moet voorkomen voor rijden onder invloed en u bekent dat u dat gedaan hebt, dan kan een zitting binnen 10 à 15 minuten klaar zijn. Indien het gaat om een drietal inbraken en een vechtpartij die u allemaal ontkent, dan kan de behandeling soms langer dan 40 minuten duren. Hetzelfde geldt als er bijvoorbeeld een aantal getuigen moeten worden gehoord of wanneer er een uitgebreide psychologische rapportage over u is uitgebracht.
Wanneer doet de politierechter uitspraak?
De politierechter zal in veruit de meeste gevallen direct uitspraak doen. Immers: hij of zij hoeft niet te overleggen met collega’s. Wél kan het gebeuren dat de politierechter kort wil nadenken over de uitspraak of een berekening moet maken over bijvoorbeeld een schadevergoeding. De rechter zal zich dan even terugtrekken in zijn kamer, terwijl u in de zaal blijft zitten. Meestal wordt er dan na circa 15 minuten alsnog uitspraak gedaan.
In uitzonderlijke gevallen kan het voorkomen dat de politierechter langer nodig heeft. Hij zal dan in de meeste gevallen na 14 dagen uitspraak doen.
Kan ik in hoger beroep?
Ja, u hebt 14 dagen de tijd voor hoger beroep. Wanneer er uitsluitend een geldboete is opgelegd van maximaal 500 euro, dan geldt het zogenaamde ‘verlofstelsel’. Dit betekent dat de rechter in hoger beroep eerst zal kijken of uw belang om in hoger beroep te gaan wel groot genoeg is. Zo niet, dan zal uw hoger beroep niet worden behandeld.
De termijn voor hoger beroep is een harde termijn. Dit betekent dat de uitspraak op de 15de dag definitief wordt als u dan nog geen hoger beroep hebt ingesteld. U bent dan simpelweg te laat.
Let op: ook de Officier van Justitie heeft 14 dagen de tijd voor hoger beroep. Dus wanneer u bent vrijgesproken of blij bent met een veel lagere straf dan u verwacht had, dan is deze uitspraak pas na 15 dagen definitief wanneer er géén hoger beroep is ingesteld door de Officier van Justitie.
Voor het instellen van hoger beroep en het motiveren van het belang daarvan is het altijd verstandig om een advocaat in te schakelen. Hij of zij kan u ook adviseren over de kansen en de risico’s van hoger beroep.
Moet ik een advocaat meenemen?
Nee, dat is niet verplicht. In de meeste gevallen is het echter wél verstandig.
Indien u enkel kijkt naar de hoogte van de straf, dan zullen de kosten van de advocaat in sommige gevallen niet opwegen tegen het strafvoordeel dat u daarmee kunt behalen.
Dit speelt bijvoorbeeld bij rijden onder invloed. Stel dat u normaalgesproken een boete van 1000 euro kan verwachten en dat de advocaatkosten 700 euro zijn. Een advocaat zal de boete meestal niet onder de 300 euro kunnen krijgen.
Echter, een advocaat kan in in dat voorbeeld wel kijken naar de vraag of de bloedproef op een rechtmatige wijze is uitgevoerd, hij kan adviseren over uw houding op de zitting en hij kan pleiten voor het afzien van het opleggen van een onvoorwaardelijke rij-ontzegging. Met de ervaring die een advocaat heeft wordt de kans op algeheel betere uitkomst simpelweg groter.
Mijn ervaring is dat cliënten met name de begeleiding gedurende het hele proces als prettig ervaren. Het belangrijkste deel van het werk van een advocaat is niet altijd het pleidooi op de zitting, maar veel meer het adviseren voorafgaand aan de zitting. Ook het gevoel er niet alleen voor te staan op de zitting is van grote meerwaarde.
Vragen?
Hebt u een dagvaarding gekregen om voor de politierechter te komen? Of verwacht u binnenkort een dagvaarding? Aarzel dan niet om contact op te nemen voor een vrijblijvend intakegesprek. De kosten van rechtsbijstand worden in sommige gevallen grotendeels vergoed door de overheid.
Misschien ook interessant:
Dit artikel werd bijgewerkt op 14 november 2023