aankondigen ontnemingsvordering
J. van Breukelen Geen reacties

Volgens de wet moet de Officier van Justitie een ontnemingsvordering aankondigen. Wat zijn de gevolgen als dit niet (tijdig) is gebeurd?

Wanneer de Officier van Justitie meent dat er geld is verdiend met strafbare feiten, dan kan hij of zij een zogenaamde ontnemingsvordering indienen. Vaak gebeurt dit tegelijkertijd met de dagvaarding voor de strafzaak.

Echter, wanneer de Officier van Justitie eerst de strafzaak wil behandelen en pas later de ontnemingszaak, dan is men verplicht om de ontnemingsvordering aan te kondigen. Dit staat in artikel 311 lid 1 Wetboek van Strafvordering. Van deze aankondiging moet de griffier ook een aantekening maken in het proces-verbaal van de zitting.

Wat zijn de gevolgen wanneer men de ontnemingsvordering niet aankondigt?

Indien de Officier van Justitie onverhoopt zou vergeten om de ontnemingsvordering aan te kondigen, dan betekent dat voor de verdachte helaas niet altijd dat de vordering niet meer zal worden behandeld. De Hoge Raad heeft hier diverse uitspraken over gedaan. Het gevolg hangt af van de feiten en omstandigheden van het geval. Daarbij is met name relevant in hoeverre de verdachte geschaad is in zijn belangen.

In de eerste uitspraak hierover (9 december 2003, ECLI:NL:HR:2003:AK3574) gaat de Hoge Raad uitgebreid in op de wetsgeschiedenis. De uiteindelijke conclusie is dat het voorschrift om de ontnemingsvordering tijdig aan te kondigen met name gaat over rechtszekerheid. De Hoge Raad:

3.8. Gelet op hetgeen hiervoor onder 3.6 en 3.7 is overwogen kan niet worden aangenomen dat de enkele omstandigheid dat niet aannemelijk is geworden dat de betrokkene tijdig met het voornemen van de officier van justitie is bekend geworden, moet leiden tot een zo vergaande sanctie als de niet-ontvankelijkverklaring van de officier van justitie in zijn vordering.

Ingeval een ontnemingsvordering wordt ingediend zonder dat het voornemen daartoe op de wijze als voorzien in het eerste lid van art. 311 Sv is aangekondigd, zal de rechter bij de beslissing op die vordering dienen na te gaan in welke mate de betrokkene door bedoeld verzuim in zijn belangen is geschaad en mede aan de hand daarvan dienen te bepalen of dit verzuim dient te leiden tot niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in die vordering dan wel tot bijvoorbeeld een vermindering van de aan de betrokkene op te leggen betalingsverplichting.

Dit standpunt heeft de Hoge Raad herhaald in latere jurisprudentie, bijvoorbeeld in een uitspraak van 20 november 2012 (ECLI:NL:HR:2012:BY0251). In deze zaak was de vordering 3 maanden na de uitspraak in eerste aanleg aangekondigd. De verdachte had toen ook al beroep ingesteld tegen de uitspraak in de strafzaak. Volgens het Hof was de verdachte dus maar in geringe mate geschaad door de te late aankondiging. Hij kon niet de verwachting hebben dat de zaak zou eindigen met de uitspraak in eerste aanleg. Men volstond met de enkele constatering dat de termijn was overschreden. De Hoge Raad ging hiermee akkoord.

Wat zijn de gevolgen wanneer het aankondigen van de ontnemingsvordering niet wordt opgenomen in het proces-verbaal van de zitting?

Deze situatie speelde in een uitspraak van de rechtbank Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 3 september 2019 (ECLI:NL:RBZWB:2019:3889). De Officier van Justitie stelde dat hij de vordering had aangekondigd op de zitting waar de strafzaak werd behandeld. Dit stond echter niet in het proces-verbaal van de zitting.

Uiteindelijk kon de rechtbank aan de hand van de oorspronkelijke aantekeningen van de griffier vaststellen dat de vordering inderdaad wél was aangekondigd. Deze was echter abusievelijk niet in het proces-verbaal opgenomen. De Officier van Justitie was daarom toch ontvankelijk in de vordering.

Maar zelfs wanneer dit niet zo zijn geweest, dan geldt natuurlijk hetzelfde als hiervoor beschreven. Het niet opschrijven van de aankondiging is feitelijk hetzelfde als niet aankondigen zelf. Dat betekent nog niet dat de rechtbank de vordering niet meer zal behandelen.

Wanneer moet een ontnemingsvordering uiterlijk aanhangig worden gemaakt?

Het is belangrijk om het aankondigen van de ontnemingsvordering te onderscheiden van het aanhangig maken van een ontnemingsvordering. Voor dat laatste geldt namelijk een harde termijn: dit moet uiterlijk 2 jaar na de uitspraak in eerste aanleg (artikel 511b lid 1 Wetboek van Stafvordering). Indien de Officier van Justitie de vordering later dan dat instelt, dan is deze in beginsel niet-ontvankelijk.

Conclusie

Mocht een ontnemingsvordering niet of te laat zijn aangekondigd, dan zal de advocaat van de verdachte of veroordeelde na het aanhangig maken van de vordering moeten bepleiten dat de Officier van Justitie niet-ontvankelijk is. Daarbij is van belang in hoeverre de verdachte in zijn belangen is geschaad, waarbij zijn belangen met name zien op rechtszekerheid. Daarbij kan onder meer meewegen of hij zelf hoger beroep heeft ingesteld tegen de veroordeling en hoe lang hij of zij al in onzekerheid zat. Indien de strafzaak bijvoorbeeld al jarenlang geduurd heeft zonder een goede reden, dan zal een ontnemingsvordering mogelijk niet-ontvankelijk worden verklaard als deze pas 1,5 jaar de uitspraak in de strafzaak werd aangekondigd. Immers: de verdachte kon er dan rekening mee houden dat de zaak was afgedaan.

Vragen?

Hebt u naar aanleiding van het bovenstaande nog vragen? Neem dan vrijblijvend contact op met het kantoor of plaats een bericht in de comments.

Misschien ook interessant:

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *